woensdag 14 december 2011

De beer die geen beer was

De rode loper wordt in de kerstvakantie uitgerold voor 'De Beer die geen beer was' Op donderdag 29 december is de première van deze voorstelling (leeftijd 6+)in Arnhem. Een muziektheater voorstelling waarover de Volkskrant schreef: ‘Een beetje lief en een beetje stoer‘. Een voorstelling waarin de favoriete zangeres van tv-programma De Wereld Draait Door, Anneke van Giersbergen samen met Martijn Bosman, van onder andere Guus Meeuwis en Gotcha de hoofdrol vervult.

De beer die geen beer was, naar het verhaal van Frank Tashlin uit 1946, gaat over een beer die wakker wordt uit zijn winterslaap en ontdekt dat er boven zijn hol een fabriek is gebouwd. Voor zijn neus staat een man die boos roept dat hij aan het werk moet. Niemand gelooft hem als hij zegt dat hij een doodgewone alledaagse onopvallende beer is. Ze vinden hem een rare man die een scheerbeurt nodig heeft en een bontjas draagt. Want echte beren zitten in de dierentuin, werken in een circus, slapen in een kooi en balanceren op een fietsje.

De voorstelling is een ontroerend en spannend verhaal voor kinderen vanaf 6 jaar en ouder om samen met ouders of opa en oma naar toe te gaan. In de voorstelling komen thema’s als ‘jezelf zijn’ naar voren en laten de spelers kinderen nadenken over de eigen wil. ‘Hoe lang houd ik het eigenlijk vol als ik koppig blijf?’

Reserveren via de website van de schouwburg in Arnhem.

donderdag 16 juni 2011

Eindelijk aanpak aan de cultuurbureaucratie

Ik begreep uit het stuk op de VVD site dat deze partij, bij monde van Bart de Liefde, van mening is dat deze tijd om verstandige en scherpe keuzes vraagt. En daar hoort bureaucratie niet bij, dat lijkt me logisch. Vindt maar eens iemand die voor meer bureaucratie is in deze wereld. 

Nu werk ik in de popsector, een sector die niet aan bureaucratie doet. Daar hebben we geen geld of tijd voor en een broertje dood aan. Eveneens verbaasde ik me over de opmerkingen over de grauwe middelmaat in het artikel. Want wie zou daar nu voor willen produceren?

Het artikel is een reactie op de brief van staatssecretaris Zijlstra waarin hij uiteenzet waar de cultuursector de komende jaren naar toe moet. Volgens  Zijlstra moet de ontwikkelfunctie voor jonge makers voortaan bij de (theater)gezelschappen zitten. Hier wreekt zich een beetje dat de staatssecretaris de popsector niet goed kent. Want in de popsector zijn die gezelschappen er namelijk niet; daar wordt die rol uiterst succesvol vervuld door drie productiehuizen in de popmuziek, die kleinschalig en effectief werken. 

Ik hoor Zijlstra bijna denken: “dan moet die ontwikkeling door de festivals en podia gedaan worden”. De poppodia hebben echter wel wat anders aan hun hoofd dan zelf producties maken of die ondersteunen. Hun expertise ligt op een totaal ander vlak.  En de festivals, zoals Eurosonic Noorderslag, die daar samen met ons aan werken worden helaas ook wegbezuinigd uit de BIS. Kortom met het opheffen van deze productiehuizen in de popsector verdwijnt de gehele ontwikkelfunctie.

In het voorstel van de staatssecretaris staat dat de muzikanten zelf moeten gaan aanvragen bij het Fonds voor de Podiumkunsten en dan de diensten, kennis en netwerk van een productiehuis gaan inhuren voor het produceren van hun shows. Maar die productiehuizen zijn dan echter net opgeheven!
En aanhaken bij gezelschappen, zoals in de theatersector, kan in de pop niet. Daar zijn geen gezelschappen. Dit nog los van het feit dat (pop)muzikanten meestal erg goed zijn in het schrijven van muziek, maar slecht in het schrijven van aanvragen.

Colin Benders (Kyteman) zei recentelijk dat politici wel de verantwoordelijkheid voor het eindresultaat willen, maar niet voor het proces. Iets wat mij zo onverstandig leek, dat ik het me niet voor kon stellen. Zonder proces immers geen resultaat of excellentie. Ook in de popsector wordt niemand met een trompet in zijn hand op het podium van de Heineken Music Hall geboren. Daar is ontwikkeling voor nodig.

Al met al kan ik me niet aan de indruk onttrekken dat de productiehuizen in de popsector over het hoofd zijn gezien in een radicale verandering van de ontwikkelstructuur door de staatssecretaris. Voor de popsector wordt het kind nu met het badwater weggegooid. Terwijl de popsector op elk gebied de meest marktconforme sector is, waarbij wij ook nu al eigen inkomsten percentages laten zien die hoger liggen dan de nieuwe BIS norm van de staatssecretaris. De staatssecretaris stelt als instapnorm voor de nieuwe BIS instellingen dat ze 21,5% eigen inkomsten hebben. Zo laag hebben wij als productiehuis Oost-Nederland (ON) echter nog nooit gezeten.

Dus misschien is het toch tijd voor een beetje Liefde en aandacht voor de popsector.

Ter illustratie de eigen inkomsten ratio (subsidie vs andere inkomsten) van productiehuis ON, een R&D instelling in de popsector

jaar

eigen inkomsten ratio
shows
publiek






2007


45%
143
35.308
2008


32%
110
20.079
2009


101%
147
177.602
2010


62%
114
67.210

maandag 6 juni 2011

Doen wat niemand anders durft en kan

Alex van der Hulst (o.a. OOR, Revu) heeft aan de hand van interviews met muzikanten, journalisten en podia een artikel geschreven over ON als productiehuis in de popsector. Wat doet ON, heeft het zin en wat vindt de popsector belangrijk? Klik voor een grote versie per pagina of lees hier het hele artikel als pdf.


woensdag 25 mei 2011

Al wat wij kapot maken zijn stenen

 
"Al wat wij kapot maken zijn stenen", zei Mulla Mohamed Omar, in zijn toelichting op het opblazen van de eeuwenoude Buddhabeelden in Afghanistan. Hiermee schaarden de Taliban zich in een lange geschiedenis van het vernielen van cultuuruitingen.  Het vernielen van cultureel erfgoed gaat  verder dan het simpelweg kapot maken van stenen, het gaat veel meer over pogingen tot het vernielen of verwijderen van de culturele identiteit van de tegenpartij. Jan Pronk heeft hier in 2006 al een verhelderende toespraak over gehouden voor het Prins Claus Fonds.

Ook het huidige cultuurbeleid lijkt te streven naar het opblazen van de Nederlandse cultuursector. Onder de noemer van bezuinigingen worden, doelgericht,  grote delen van de in decennia opgebouwde culturele infrastructuur afgebroken. Een afbraak die in geen enkele verhouding staat tot de economische opbrengst van deze operatie. Grote vraag is dan ook waar deze eruptie van revanchisme vandaan komt.

Kunst is immers van oudsher eerder een rechtse dan een linkse hobby geweest. Het waren de machthebbers die zich lieten begraven in piramides vol kunst. Onze musea hangen vol met de rijken die zich lieten vereeuwigen in schilderijen. En nog steeds worden veel besturen van grote kunstinstellingen bevolkt door CDA en VVD coryfeeën. Hoe is het mogelijk dat er bij wijze van spreken in één generatie bestuurders zo veel is misgegaan, dat elk draagvlak voor kunst en cultuur lijkt te zijn weggevallen? Waar in de jaren zestig de verbeelding nog aan de macht moest, is die positie vijftig jaar later overgenomen door relatief jonge managers die de wil van het volk (de helft plus 1) als draagvlak beschouwen voor een ongekende kaalslag.

Waar het CDA ten onder ging in het einde van de verzuiling, lijkt de cultuur samen met de maakbare samenleving van de PvdA door het afvoerputje te gaan. Waar voor Rick van der Ploeg de kunst en cultuursector nog te lelieblank was, is zij voor deze coalitie blijkbaar niet blank genoeg. En in ieder geval te elitair. Jan met de pet gaat immers niet naar de opera of het residentieorkest, hoe mooi en kwalitatief goed die ook zijn. Blijkbaar wel naar de musea, want die moeten blijven. We zijn immers trots op onze (culturele) geschiedenis die onze identiteit bepaalt, maar hebben duidelijk moeite om de culturele toekomst vorm te geven. Die Nederlandse identiteit is daarbij tegenwoordig zo smal geformuleerd dat zelfs Maxima al een scheve schaats reed toen ze zei dat ze die in zeven jaar nog niet gevonden had.

Het vormgeven van de culturele toekomst mag in ieder geval geen geld kosten als je de staatssecretaris goed beluistert. Het binnen de sector al niet met gejuich ontvangen advies van de Raad voor Cultuur heeft bij OCW al direct na ontvangst een vaste stek in het ronde archief gevonden. Dit archief wordt overigens nog dagelijks bijgevuld met brandbrieven, petities, smeekbrieven en notulen van bezoeken van wethouders en gedeputeerden. Los van de parade van lobbyisten van iedereen die vroeger belangrijk was in de politiek en nog steeds een netwerk denkt te hebben.

Hoe kan het dat de VVD en CDA die jarenlang hebben meegewerkt aan de opbouw, nu collectief met hun rug naar de cultuur staan? Is het de ultieme gijzeling van de 'Jantje Smit fan', samengebald in een anti-islam partij die gitaarherrie, abstracte dansvoorstellingen, Victory  Boogie Woogies van 82 miljoen gulden of theatervoorstellingen van 8 uur volstrekt zat is? De verbetenheid waarmee deze partij enig compromis op het gebied van cultuur weet tegen te houden doet vermoeden dat haar partijleider ooit publiekelijk genomen is door een allochtone acteur onder begeleiding van een symfonieorkest, op het hoogtepunt aangevuld met operazangers en dansers. Maar binnen de anti-immigratie verkiezingsretoriek van de PVV waren de cultuurbezuinigingen geen doorslaggevende reden voor de gemiddelde PVV stemmer om het Wilders vakje rood te kleuren.

Het huidige kabinet regeert het land met de kleinst mogelijke meerderheden. Deze kleine meerderheid heeft ook nog eens disciplinerende werking op andere geluiden uit de fracties. Een trend die zich nu ook in de Eerste Kamer zal gaan manifesteren. Deze 50 + 1 meerderheid zal waarschijnlijk 50% van de podiumkunsten gaan wegbezuinigen. De 'collateral damage' van deze bezuinigingen zal nog veel groter zijn, de cultuursector is vooral mensenwerk. Het doorgerekende nettoresultaat van deze 'bezuiniging' kan dan ook nog wel eens negatief uitpakken voor de schatkist. Maar dat terzijde, deze bezuinigingen gaan in essentie niet over geld.

Met dit beleid wordt een deel van de recente Nederlandse geschiedenis herschreven. Van culturele vrijstaat en gedoogzone van experimenten op maatschappelijk, cultureel en sociaal vlak tot de nieuwe heilstaat van de, bij voorkeur, blanke hardwerkende Nederlander. Er is alleen niemand meer die zijn standbeeld straks kan maken. De laatste kunstenaar is net omgeschoold tot wegenbouwer die de vangrail maakt die auto's met 130 km per uur op een ordentelijke manier opvangt.

maandag 23 mei 2011

Geen Daden Maar Woorden











In de afdeling 'daar doen we het allemaal voor': een prachtige plaat van Hanneke Wetzer van Lilian Hak met Old Powder New Guns

zondag 1 mei 2011

(G)een kwestie van keuzes


Het advies van de raad voor cultuur is daar. De Raad werd het bos in gestuurd om 200 miljoen aan bezuinigingen te vinden. Ze hadden ook 'nee, dat doen we niet' kunnen zeggen. Dat hebben ze niet gedaan, naar eigen zeggen om erger te voorkomen.

Ik kan me voorstellen dat Gerrit Dekzeil's refrein van Ik ben Gerrit 'Maar wat moet je nou, als je niks hebt' vaak gedraaid is tijdens de beraadslagingen. Aan de andere kant laat de Raad zich weinig gelegen liggen aan de popsector dus waarschijnlijk stond er klassieke muziek op.

In de samenvatting, noch in de BIS 2.0, is het woord popmuziek dan ook terug te vinden. Pas in de bijlages vinden we pop, jazz en wereldmuziek benoemd. Met daarbij de prachtige quote: "Het creatief ondernemerschap is voor popmusici sterk ontwikkeld. Deze expertise en ervaring kunnen deels benut worden door ander muzikale sectoren."
Ja, natuurlijk is dat creatief ondernemerschap goed ontwikkeld! Er is immers geen enkele kunstdiscipline die met zo weinig geld zoveel publiek bereikt en omzet genereert. En waar de artiesten zelf zo weinig verdienen... Of zoals Colin Benders (Kyteman) zegt: "Er zijn genoeg mensen die rijk worden van muziek, maar dat zijn in de laatste plaats muzikanten en die lopen wel het grootste risico".

Daarmee ontstaat voor de popsector tevens een bijzondere paradox binnen het advies. Je zou immers verwachten dat een sector die als ondernemend voorbeeld kan dienen voor veel andere kunstvormen daarvoor beloond wordt. In de huidige miljoenendans is de popsector echter slachtoffer geworden van haar eigen onafhankelijkheid. Ze is subsidie technisch domweg niet groot genoeg om mee te tellen. En daarnaast is ze als sector ook te veel met zichzelf en de volgende hype bezig om zich druk te maken over iets onbenulligs als geld. Waar de Raad al constateert dat er meer wegen zijn dan het klassieke droombeeld van garage of zolder naar wereldfaam, is dit voor veel mensen die zich professioneel met de sector bemoeien nog steeds de ultieme natte droom. Het is echter ook voor de popsector tijd om wakker te worden; de natte droom kan met deze kaalslag zomaar een nachtmerrie worden.

Een kwestie van keuzes dus. Keuzes die de raad uiteindelijk maar zeer beperkt maakt. Veel wordt overeind gehouden, maar moet het wel met veel minder doen. En veel wordt naar het Fonds doorgeschoven, die dat meer dan ook weer met veel minder moet doen.
Iets waar George Lawson, directeur van het Fonds, in zijn blog zo zijn vraagtekens bij heeft. Opvallend hierbij is dat hij de clubs die onder het Fonds vallen betiteld als "meer beweeglijke deel van de podiumkunsten".

In het advies van de Raad krijgt hij in ieder geval het meer bewegelijke deel van de popsector, de productiehuizen, met geoormerkt geld naar zijn Fonds toegeschoven. Iets wat je als productiehuis binnen het huidige slagveld waarschijnlijk als compliment moet opvatten en waar het Fonds zich ook geen buil aan kan vallen.

Ondanks dat de raad soms beperkte keuzes maakt (orkesten) en soms duidelijke (NND en station zuid, productiehuizen in theater en dans en de Reis Opera) zullen er in de cultuursector duizenden banen verdwijnen. OCW schat zo'n 3500 en daarnaast zullen veel zzp'ers hun inkomsten significant zien dalen. Een slagveld dus, waar nu nog slechts de contouren van zichtbaar zijn.

Update 1: Tjeerd van Erve aka @campking voegt er hier nog een eenzijdige focus op de randstad aan toe.
Kunsten 92 schat de schade op ruim 15.000 banen.
George Lawson (Fonds voor de Podiumkunsten)gaat hier verder met deel twee van zijn blog over het advies.
Update 2: in de vele reacties (waarvoor dank!) werd vaak genoemd dat het de staatssecretaris is die de 200 miljoen wil bezuinigen. Niet de Raad voor Cultuur, dat is juist. Ik heb al eerder geschreven dat ik niet graag in hun schoenen zou willen staan.
Update 3 Ik werd er door verschillende mensen op gewezen dat juist de popproductiehuizen niet mogen mopperen. Zij gaan immers met hetzelfde en geoormerkt budget over naar het fonds. Iets wat binnen dit advies betrekkelijk uniek genoemd mag worden. Dat is op zichzelf juist en daar zijn we ook reuze blij mee en ook wel trots op.
Maar ik ben van mening dat popmuziek eigenlijk erkent moet worden als Basis InfraStructuur (BIS). Het Fonds sluit in de huidige BIS opzet echter beter aan bij de werkwijze van de productiehuizen in de popsector. Daarnaast mopper ik graag over het gebrek aan samenhang en gezamenlijk optrekken binnen de popsector. Dit zet je als sector op achterstand tov van andere sectoren en ook de podia&festivals zullen op regionale en stedelijke schaal nog veel met kortingen en bezuinigingen te maken (gaan) krijgen.
En samen sta je nu eenmaal sterker.

Uw vragen, opmerkingen en ergernissen graag naar 3daysonatgmail.com

zaterdag 30 april 2011

de raad voor cultuur over de popsector

Pop, jazz en wereldmuziek
Het klassieke droombeeld van een club vrienden die na vele uren repetities in de garage van ouders of op slaapkamers opklimt tot sterren van wereldformaat, is slechts één van de vele manieren om een professionele status of roem te bereiken. Hoewel de wereldtop uiteraard steeds slechts voor een beperkt aantal musici is weggelegd, is de weg tussen garage en wereldtop intussen wel verder ontwikkeld. De markt voor popmusici is daarbij veel breder dan het sterrendom. De beroepsperspectieven variëren van docent bandklas tot performer in het Metropole Orkest, als musicus op feesten en partijen of – inderdaad – de grote podia.

De popmuziek heeft inmiddels een vaste plaats veroverd binnen de cultuureducatie en de gesubsidieerde en particuliere muziekvakopleidingen, waar studenten de ruimte krijgen zich technisch en muzikaal verder te ontwikkelen. Met het Verenigd Koninkrijk en Scandinavië loopt Nederland voorop in de ontwikkeling van het popvakonderwijs, dat daarmee in de voetsporen treedt van de jazzsector, die eenzelfde ontwikkeling doormaakte vanaf de jaren zeventig van de vorige eeuw. Het creatief ondernemerschap is voor popmusici sterk ontwikkeld. Deze expertise en ervaring kunnen deels benut worden door ander muzikale sectoren.

De media zijn van nature sterk verweven met de popsector. De opkomst en ontwikkelingen van nieuwe media hebben gevolgen voor het speelveld van musici en bands. Waar eerder airplay en verkoop van cd’s belangrijke inkomsten waren, veranderen businessmodellen, waarbij de traditionele platenmaatschappijen in toenemende mate 360-gradendeals sluiten met artiesten om risico’s te spreiden en inkomensstromen te behouden. Artiesten zoeken ook zelf naar kanalen om hun publiek te bereiken.
Nieuwe media zijn dus zowel broedplaatsen voor nieuw talent als nieuwe instrumenten voor marketing. Onbekend talent vindt, ook zonder connecties of contacten, een digitaal podium via bijvoorbeeld YouTube en Facebook.

In de jazzmuziek is een ontwikkeling waar te nemen van een verbreding van het genre jazz. Daar waar de belangstelling voor traditionelere vormen van jazz op de podia lijkt te stagneren, vinden nieuwere vormen een interessante markt op nieuwe podia en festivals en onder jongere publieksgroepen.
Van de wereldmuziek kan gezegd worden dat deze ‘ingeburgerd’ raakt en onderdeel is geworden van het muzieklandschap. Bestond ze eerder voornamelijk uit import van muziekproducties, nu komt ze meer vanuit de samenleving zelf: meer zelf doen en zelf maken. Ook de veranderende culturele samenstelling van de bevolking wordt binnen deze muzikale infrastructuur steeds beter gereflecteerd. Samenwerking met de pop en jazz wordt logischer en wint aan populariteit. Zo vindt vermenging van stijlen plaats, van onderop, als autonome artistieke beweging. Hiermee zet Nederland ook een internationaal geluid neer: die van het leggen van verbindingen.

Bij het merendeel van de traditionele concertpodia blijft de programmering van wereldmuziek echter eerder ‘toeval’ dan dat het een lijn in de programmering is. Die lijn is er alleen bij enkele gespecialiseerde wereldmuziekpodia en -festivals. Binnen het onderwijs is het nog een hele kleine sector, maar bij muziekscholen groeit het aanbod, en ook in de wijken zijn er de afgelopen jaren vele wereldmuziekinitiatieven geweest. In het kunstvakonderwijs is de wereldmuziek geconcentreerd aan het conservatorium in Rotterdam.

Ontwikkelingsinstellingen – postacademische instellingen en productiehuizen
De ontwikkelingsfunctie in de huidige BIS is primair gericht op het ontwikkelen van talent, waarbij intensief wordt samengewerkt met opleidingen en de beroepspraktijk. De drie postacademische instellingen en vijf productiehuizen richten zich elk op deelgebieden binnen de popmuziek, jeugdmuziek, muziektheater en klassieke muziek.De Raad constateert dat verschillende vormen van ontwikkeling in elkaar overlopen en zich veelal niet in een eenduidige talentkolom laten plaatsen. Talentontwikkeling gaat samen met vernieuwing en innovatie binnen een genre. Het verschilt per instelling en ook soms per traject waar het accent ligt. Er bestaat geen overlap tussen de activiteiten van de instellingen en er is geen sprake van ‘hopgedrag’ van musici, die projecten bij verschillende instellingen uitvoeren.
Hoewel de instellingen zich op telkens andere samenwerkingspartners binnen de sector richten en zich dus niet in vaste talentketens binnen de BIS bevinden, is de Raad van mening dat het aanwijzen van plaatsen in de BIS heeft bewerkstelligd dat zij met weinig middelen veel voor elkaar krijgen. Hij constateert dat hier verbindende programma’s worden uitgevoerd, die vaak door de hele productieketen heen lopen, wat een wezenlijke dynamiek in het bestel teweegbrengt en innovatie in concertpraktijken.
Om die reden wil de Raad deze ontwikkelingsfunctie blijvend verankeren in het bestel, maar net als de ensembles – vanwege haar aard, functie en plaats in het geheel – onder vergelijkbare condities laten financieren met geoormerkt budget vanuit het Fonds Podiumkunsten.

16 MCN (2010) – Verdeling omzet: popmuziek 1,3 miljard, klassiek 300 miljoen, jazz 80 miljoen en wereldmuziek 40 miljoen. De eigen omzet is slechts deels bekend; de daadwerkelijke omzet ligt veel hoger.

donderdag 7 april 2011

Nee, is niks

KesselsKramer is altijd een buitenbeentje geweest in de reclamewereld. Een succesvol buitenbeentje, dat weer wel. Bekijk hun website en je bent elke keer weer verbaasd, probeer de F5 knop en daar gaan we weer.

Dit promo filmpje is ook van hun hand:



kijk op de website van klassiek raggen voor meer info over dit fraaie gezelschap

dinsdag 5 april 2011

statistisch gezien gaan we het redden!



Bij de bombardementsvluchten op Nazi Duitsland kwam, zeker in het begin van de oorlog, 20% van de Engelse piloten niet terug. Toch vloog iedereen de volgende dag weer op en neer naar Berlijn om zijn bommenlast af te werpen.
In dit geval waren de piloten namelijk niet (over)moedig maar wel rotsvast overtuigd dat ze bij de andere 80% hoorden. Het geheim van statistieken!

Dat zelfde mechanisme zie je terug bij de bezuinigingen op cultuur. We zijn er allemaal van overtuigd dat er grote klappen gaan vallen, maar wensen het idee dat we bij die 20% horen niet toe te laten in ons hoofd. Overigens zal het percentage door de gecumuleerde bezuinigingen van rijk, provincies en steden waarschijnlijk veel groter zijn dan 20%.
Volgens onderzoek van Berenschot bezuinigen de diverse overheden gezamenlijk mogelijk 1 miljard euro op kunst & cultuur.

De komende tijd zal in rap tempo duidelijk worden waar de klappen vallen. De Basis InfraStructuur (BIS) zal in zijn hemd komen staan en veel mensen op straat.
Oude waarheden en hoekstenen van zekerheid verdwijnen als zelfs Groen Links er in de provincie Utrecht mee instemt de provinciale betrokkenheid bij podiumkunsten met miljoenen terug te brengen. Cultuur is geen basistaak meer, 130 op de snelweg rijden is de toekomst geworden.

Cynisch? Ja, zeker! De tactiek van de verschroeide aarde bracht geen enkele natie de overwinning, maar veroorzaakte wel veel ellende. Staat die ellende in verhouding met het bijvoorbeeld het beleid van van Bijsterveldt met betrekking tot het verlagen van de bijdrage aan autistische kinderen? Nee, natuurlijk niet.
Maar als we dat soort vergelijkingen moeten gaan maken, kan je ook zeggen dat de kosten van het aantal afgeschoten kruisraketten in het vliegverbod van Libië hoger zijn dat de bezuinigen op cultuur, of bij Bijsterveldt. Of wanneer je het binnen de cultuur houdt, de kostprijs van de afdeling pruiken van de opera hoger is dan de hele subsidie van de BIS aan de popsector. Als de buitenwereld onkwetsbaar lijkt te zijn voor onze munitie, schieten we maar op elkaar. Want bij de 20% willen we niet horen!

Regeren in tijden van bezuinigingen gaat over keuzes maken. Nare keuzes, maar ook lekkere keuzes. Met een rechts kabinet is bezuinigen op een linkse hobby een lekkere keuze, die ook nog eens geen boze ouders oplevert. Of nare plaatjes bij DWDD of POWNED. En het bekt ook lekker weg. Subsidieslurpers en ander kunstenmakers moeten hun hobby immers maar zelf financieren.

Ik zou het niet eenvoudig vinden in de schoenen te moeten staan van degene die nu moeten adviseren, meedenken of anderszins betrokken zijn bij het schrappen. Veel mensen kennen elkaar en kunnen het werk op waarde schatten. Ze weten ook dat er in de meeste gevallen gewoon keihard gewerkt wordt om een mooi product te realiseren waar veel mensen van genieten.
Maar als je dan toch moet kiezen zou ik een voorliefde hebben voor clubs die in staat zijn het hier en nu op een toegankelijke manier te vertalen in kunst en cultuur. Een overzichtelijke portie oud behouden, maar vooral inzetten op vernieuwing. Daar is de cultuursector, de politiek, de mensen en Nederland hard aan toe.

De staatssecretaris kenschetste de cultuursector in een gesprek als starende konijnen in de koplampen van een auto. Er zijn ook verhalen bekend van Duitse burgers die gefascineerd naar de hemel staarden als de Engelsen hun bommen loslieten. Het resultaat van beide laat zich makkelijk raden.

vrijdag 18 maart 2011

In de bonus

Geachte heer Hommen,

Met grote verbazing las ik in het nieuws dat u en uw collega bestuurders zichzelf een bonus toegekend hebben. Een bonus die weliswaar technisch gesproken binnen de regels is, maar vanuit een moreel oogpunt grote vragen oproept.
Aangedreven door een volstrekt ongezonde bonuscultuur nam onder andere uw bank jarenlang onverantwoorde risico's. Risico's die de wereld in een diepe recessie hebben gestort. De gevolgen hiervan zullen door bijna iedereen nog jarenlang gevoeld worden in de vorm van forse bezuinigingen, inkomensachteruitgang en werkloosheid.
Uw bank, die in 2008 nog 10 miljard belastinggeld kreeg en die miljardensteun nog niet eens heeft afgelost, doet echter alsof er niets gebeurd is.
Als ik de pers moet geloven verdiende u vorig jaar 1,35 miljoen euro en daar komt een bonus bij van 1,25 miljoen. Los van de vraag wat een mens met zoveel geld moet, kan ik me niet voorstellen dat u en uw collega's zich hier helemaal lekker bij voelen.

Ik heb dan ook een voorstel voor u:

U herinvesteert uw bonus in de mensen die hem betaald hebben.
Onderdeel van de enorme bezuinigingsoperatie die noodzakelijk werd door de banken crisis, is een onevenredige bezuiniging op cultuur. Aangezien die bezuiniging nog vele malen groter is dan uw bonus wil ik voorstellen dat u uw bonus stopt in het kleinste, maar meest ondernemende deel van deze sector, de popmuziek. Een sector bevolkt door veelal jonge muzikanten die met weinig geld (de popsector krijgt minder 0,005% van de rijksgelden voor cultuur) veel voor elkaar weten te krijgen.

Binnen de popsector zijn 3 productiehuizen actief die jonge muzikanten kansen geven om hun projecten vorm te geven en te ontwikkelen. De resultaten hiervan zijn vaak innovatieve cross-overs van pop met jazz of klassiek. Projecten die muzikanten verder helpen in hun ontwikkeling tot ondernemer in de cultuur. Een mooi voorbeeld hiervan is Colin Benders, beter bekent als Kyteman. Hij is met zijn Hiphop Orkest begonnen bij ons productiehuis ON maar staat inmiddels meer dan op eigen benen.
Gezien de beperkte financiering kunnen deze productiehuizen in de popsector kunnen wij helaas niet alles doen wat mogelijk is.

Het herinvesteren van uw bonus zou nieuwe mogelijkheden geven aan veel muzikanten en ideeën en een enorm artistiek en maatschappelijk rendement opleveren.

Graag hoor ik van u!

UPDATE: dit artikel is tijdelijk uitverkocht

dinsdag 22 februari 2011

Doorbraak! een jongensboek over Kyteman

Toen ik jong was las ik graag 'de schippers van de Kameleon'. Een prachtige serie jongensboeken over de Friese tweeling Hielke en Sietse Klinkhamer en hun boot de Kameleon. Ze beleven de wildste avonturen in en op het water met hun vriend Gerben en komen regelmatig in aanvaring met veldwachter Zwart. Als deze boeken geschreven zouden zijn vanuit het perspectief van hun vriend Gerben of uit dat van veldwachter Zwart had dat andere boeken opgeleverd.

Zo zou 'Doorbraak!' (het boek van Niels Aalberts over de spectaculaire doorbraak van Kyteman) ook een ander boek zijn geweest als Maike (de producent van ON die Kyte onder haar hoede had) of Mirjam (onze administrateur die helemaal gek werd van al die, te late en vaak fout, opgestelde facturen) dat geschreven had. Of Kyte zelf, of als ik dat geschreven had.
Een ander perspectief, een anders beleefde werkelijkheid, maar wel een bijzondere en gedeelde ervaring!

Menno Timmerman publiceerde op zijn blog (de Meno-O Weblog) een open brief aan de schrijver van Doorbraak Niels Aalberts. Waarin hij stelt dat Niels weliswaar een interessant jongensboek heeft geschreven, maar het niet zo nauw neemt met de cijfers. Ook vindt hij het jammer dat Niels net niet ietsje meer financiële boter bij de vis levert. Dat snap ik, als ik het boek had geschreven dan had ik een ander verhaal verteld. Niet meer of minder waar, maar wel vanuit een ander perspectief en invalshoek.

Want: natuurlijk is er meer dan 53,50 euro geïnvesteerd in marketing en natuurlijk heeft ON stevige financiële risico's gelopen met dit project. Niemand kan zich op dit moment meer voorstellen dat zalen bijna beledigd de telefoon ophingen als je 3500 euro voor een onbekende artiest vroeg (Colin wie?) en dan ook nog vertelde dat dat bedrag onder de werkelijke kostprijs zat. En ja, ON wordt gesubsidieerd vanuit OCW, de provincies Overijssel en Gelderland en de gemeente Deventer.
Maar ik durf te beweren dat dit zeldzaam zinnig besteed geld is aan een artiest die iedereen weliswaar talentvol vond, maar waar niemand zijn vingers aan durfde te branden.

Dat is niet erg. Daar zijn productiehuizen in de popmuziek voor. Om eigenzinnige talenten van muzikanten te ontwikkelen waar 'de markt' zijn vingers niet aan wil branden. ON zet daar niet alleen een investeringsbudget voor in maar ook haar netwerk, kennis en mensen.

Als mensen dat interessant vinden wil ik hier best eens een boekje open doen over risico's, bedragen, verwachtingen en investeringen.

En voor er nu al te moeilijk gekeken wordt naar het woord subsidie (nog steeds vreemd genoeg een beetje vies woord in de popsector): binnen de basisinfrastructuur, zeg maar de instellingen die het rijk belangrijk vindt voor het hele culturele veld in NL, gaat nog geen half promille (!) naar de popsector. Een bedrag dat natuurlijk in geen enkele verhouding staat tot het belang van de sector en zich dan ook keihard terug vertaalt naar de bedragen die popmuzikanten verdienen.

Popmuzikant zijn is voor het overgrote deel van de muzikanten vooralsnog een leuke hobby met bijverdiensten. Kijk voor deze cijfers maar eens naar het onderzoek van de NTB.

Overigens vind je meer bijzondere projecten op www.ONinternet.nl