donderdag 16 juni 2011

Eindelijk aanpak aan de cultuurbureaucratie

Ik begreep uit het stuk op de VVD site dat deze partij, bij monde van Bart de Liefde, van mening is dat deze tijd om verstandige en scherpe keuzes vraagt. En daar hoort bureaucratie niet bij, dat lijkt me logisch. Vindt maar eens iemand die voor meer bureaucratie is in deze wereld. 

Nu werk ik in de popsector, een sector die niet aan bureaucratie doet. Daar hebben we geen geld of tijd voor en een broertje dood aan. Eveneens verbaasde ik me over de opmerkingen over de grauwe middelmaat in het artikel. Want wie zou daar nu voor willen produceren?

Het artikel is een reactie op de brief van staatssecretaris Zijlstra waarin hij uiteenzet waar de cultuursector de komende jaren naar toe moet. Volgens  Zijlstra moet de ontwikkelfunctie voor jonge makers voortaan bij de (theater)gezelschappen zitten. Hier wreekt zich een beetje dat de staatssecretaris de popsector niet goed kent. Want in de popsector zijn die gezelschappen er namelijk niet; daar wordt die rol uiterst succesvol vervuld door drie productiehuizen in de popmuziek, die kleinschalig en effectief werken. 

Ik hoor Zijlstra bijna denken: “dan moet die ontwikkeling door de festivals en podia gedaan worden”. De poppodia hebben echter wel wat anders aan hun hoofd dan zelf producties maken of die ondersteunen. Hun expertise ligt op een totaal ander vlak.  En de festivals, zoals Eurosonic Noorderslag, die daar samen met ons aan werken worden helaas ook wegbezuinigd uit de BIS. Kortom met het opheffen van deze productiehuizen in de popsector verdwijnt de gehele ontwikkelfunctie.

In het voorstel van de staatssecretaris staat dat de muzikanten zelf moeten gaan aanvragen bij het Fonds voor de Podiumkunsten en dan de diensten, kennis en netwerk van een productiehuis gaan inhuren voor het produceren van hun shows. Maar die productiehuizen zijn dan echter net opgeheven!
En aanhaken bij gezelschappen, zoals in de theatersector, kan in de pop niet. Daar zijn geen gezelschappen. Dit nog los van het feit dat (pop)muzikanten meestal erg goed zijn in het schrijven van muziek, maar slecht in het schrijven van aanvragen.

Colin Benders (Kyteman) zei recentelijk dat politici wel de verantwoordelijkheid voor het eindresultaat willen, maar niet voor het proces. Iets wat mij zo onverstandig leek, dat ik het me niet voor kon stellen. Zonder proces immers geen resultaat of excellentie. Ook in de popsector wordt niemand met een trompet in zijn hand op het podium van de Heineken Music Hall geboren. Daar is ontwikkeling voor nodig.

Al met al kan ik me niet aan de indruk onttrekken dat de productiehuizen in de popsector over het hoofd zijn gezien in een radicale verandering van de ontwikkelstructuur door de staatssecretaris. Voor de popsector wordt het kind nu met het badwater weggegooid. Terwijl de popsector op elk gebied de meest marktconforme sector is, waarbij wij ook nu al eigen inkomsten percentages laten zien die hoger liggen dan de nieuwe BIS norm van de staatssecretaris. De staatssecretaris stelt als instapnorm voor de nieuwe BIS instellingen dat ze 21,5% eigen inkomsten hebben. Zo laag hebben wij als productiehuis Oost-Nederland (ON) echter nog nooit gezeten.

Dus misschien is het toch tijd voor een beetje Liefde en aandacht voor de popsector.

Ter illustratie de eigen inkomsten ratio (subsidie vs andere inkomsten) van productiehuis ON, een R&D instelling in de popsector

jaar

eigen inkomsten ratio
shows
publiek






2007


45%
143
35.308
2008


32%
110
20.079
2009


101%
147
177.602
2010


62%
114
67.210