maandag 20 januari 2014

het Grote Gage Debat op ESNS14

Of eigenlijk Geen Debat over Kleine Gages
Het met veel lawaai omgeven panel over gages tijdens Noorderslag liep helaas al snel vast in een zandpad van onbegrip en onwil. En dat was jammer, omdat de relevantie van het onderwerp behoorlijk hoog is.
Het is immers op zijn zachtst gezegd curieus dat er intussen mooie infrastructuur in de popsector bestaat, inclusief een eigen CAO ,dito verloning en fraaie toonzalen, terwijl 90% van de muzikanten (toch degene waarvoor die hele infrastructuur opgebouwd is) nauwelijks genoeg verdienen om hun huur te betalen. Ook het dedain en soms homerisch gelach van de zaal op de inbreng van Anita Verheggen (NTB) bij dit panel gaf weinig blijk van (zelf)reflectie op de vraag waarom de poppodia eigenlijk bestaan.

Een gesprek over afschaffen van de CAO beloning en betaling naar marktwaarde van het podium inclusief beloning aan de hand van het marktconforme succes van bijvoorbeeld programmeur en directeur had waarschijnlijk woedende reacties van de aanwezige betrokkenen opgeleverd. De sector en de 'industrie' bevind zich in dit soort discussies in een vreemde spagaat tussen ondernemerschap en subsidiƫring. Een spagaat, of de subsidieparadox, die zich doorzet in het politieke draagvlak voor ondersteuning van popmuziek.


In dit panel kon de beste man van de VVD niet uitleggen waarom de orkesten wel gesubsidieerd werden en hij van mening was dat dat voor popmuziek niet nodig was. De popsector zelf kon dat trouwens ook niet, we beschouwen onszelf immers als ondernemers. Alleen heeft deze sector het ondernemerschap voor een groot deel verlegd naar degene waarvoor ze gesubsidieerd worden.

Ik pleit hier overigens niet voor vaste gages voor bands of muzikanten. Gebaseerd op welke norm dan ook is dit de dood in de pot voor de ontwikkeling van het ondernemerschap van muzikanten. Waar ik wel voor pleit is iets meer zelfreflectie bij de popsector en het niet voortijdig afserveren van op zichzelf waardevolle initiatieven die er mogelijk aan kunnen bijdragen dat ook de ondernemers in de popsector zicht hebben op een iets betere boterham.